FORTRAN is speciaal geschikt voor zwaar numeriek werk. In de natuurwetenschapppen (computational physics, computational chemistry) en de ingenieurswetenschappen (aerodynamica, hydrodynamica, etc.) wordt de taal zeer veel gebruikt om een basisvergelijking (Newton, Navier-Stokes, Maxwell, Schrödinger, . . .), met behulp van numeriek-wiskundige technieken (benaderd) op te lossen. Deze simulaties vragen zeer krachtige computers, liefst met speciale vector processors (zg. supercomputers), en de programmatuur is vaak omvangrijk: programma's van meer dan 100.000 regels zijn geen zeldzaamheid. De hoeveelheid menskracht geïnvesteerd in de bestaande programmatuur is de voornaamste reden waarom FORTRAN blijft bestaan, hoewel door informatici erg veel kritiek op de taal geleverd wordt.
Uiteraard wordt FORTRAN ook toegepast bij minder zwaar rekenwerk, zoals het ``fitten'' van meetgegevens (d.w.z. het berekenen van enige parameters in een gegeven analytische functie, zodat de functie zo goed mogelijk de metingen beschrijft).
FORTRAN heeft sinds zijn eerste formulering een aantal revisies ondergaan: in 1966 werd de taal uitgebreid (deze versie staat bekend als FORTRAN IV, de versie van vóór 1966 heet FORTRAN II), en in 1977 nogmaals (FORTRAN-77). Wij zullen FORTRAN-77 behandelen. Een derde revisie (FORTRAN-90) is inmiddels uitgevoerd.